Onderdeel afdrukken
11
Bal in beweging raakt per ongeluk een persoon, dier of voorwerp; Opzettelijke handelingen om invloed uit te oefenen op een bal in beweging
Doel van de Regel: Regel 11 beschrijft wat de speler moet doen als zijn bal in beweging een persoon, een dier, uitrusting of iets anders op de baan raakt. Er volgt geen straf wanneer dit per ongeluk gebeurt en gewoonlijk moet de speler het resultaat accepteren, of dat nu gunstig is of niet, en de bal spelen van waar hij tot stilstand komt. Regel 11 beperkt ook de mogelijkheid om opzettelijk handelingen te verrichten die van invloed zijn op de plaats waar de bal tot stilstand kan komen.
11
Bal in beweging raakt per ongeluk een persoon, dier of voorwerp; Opzettelijke handelingen om invloed uit te oefenen op een bal in beweging
Deze Regel is van toepassing op elk moment dat een bal in het spel in beweging is (na een slag of anderszins), behalve wanneer een bal is gedropt in een dropzone en nog niet tot stilstand is gekomen. Die situatie valt onder Regel 14.3.
11.1

Bal in beweging raakt per ongeluk een persoon of een invloed van buitenaf

11.1a

Geen enkele speler krijgt straf

Als de bal van de speler in beweging is en per ongeluk een persoon (inclusief de speler) of een invloed van buitenaf raakt:
  • Geen enkele speler krijgt straf.
  • Dit geldt ongeacht of de bal de speler, de tegenstander of enige andere speler of hun caddies of uitrusting raakt.
Uitzondering – Bal gespeeld op de green bij strokeplay: Als de bal van de speler in beweging is en een andere stilliggende bal op de green raakt en beide ballen lagen op de green voordat de slag werd gedaan, krijgt de speler de algemene straf (twee strafslagen).
11.1b

Plaats van waar de bal gespeeld moet worden

(1) Wanneer de bal is gespeeld van buiten de green. Als de bal na een slag van buiten de green in beweging is en per ongeluk een persoon (inclusief de speler zelf) of een invloed van buitenaf (inclusief uitrusting) raakt, moet de bal gewoonlijk worden gespeeld zoals hij ligt. Maar als de bal tot stilstand komt op een persoon, dier of een bewegende invloed van buitenaf, mag de speler de bal niet spelen zoals hij ligt. In plaats daarvan moet de speler de situatie ontwijken:
  • Wanneer de bal tot stilstand komt op een persoon, dier of bewegende invloed van buitenaf ergens op de baan behalve op de green. De speler moet de oorspronkelijke bal of een andere bal droppen in een dropzone met de volgende kenmerken (zie Regel 14.3):
    • Referentiepunt: Het bij benadering vastgestelde punt recht onder de plek waar de bal initieel tot stilstand kwam op de persoon, het dier of de bewegende invloed van buitenaf.
    • Afmeting van de dropzone gemeten vanaf het referentiepunt: Eén clublengte, maar met de volgende beperkingen:
    • Beperkingen voor de plaats van de dropzone:
      • moet in hetzelfde gebied van de baan zijn als het referentiepunt; en
      • mag niet dichter bij de hole zijn dan het referentiepunt.
  • Wanneer de bal tot stilstand komt op een persoon, dier of bewegende invloed van buitenaf op de green. De speler moet de oorspronkelijke bal of een vervangende andere bal plaatsen op de bij benadering vastgestelde plek recht onder de plek waar de bal initieel tot stilstand kwam op de persoon, het dier of de bewegende invloed van buitenaf, met toepassing van de procedures om een bal terug te plaatsen volgens Regels 14.2b(2) en 14.2e.
Straf voor het spelen van een verkeerde plaats in overtreding van Regel 11.1b(1): algemene straf volgens Regel 14.7a. (2) Wanneer de bal is gespeeld van de green. Als de bal na een slag vanaf de green in beweging is en per ongeluk de speler of een invloed van buitenaf raakt, moet de bal gewoonlijk worden gespeeld zoals hij ligt. Maar als het bekend of praktisch zeker is dat de bal in beweging een van de volgende zaken op de green heeft geraakt, moet de speler de slag opnieuw doen door de oorspronkelijke bal of een andere bal te spelen van de plek van waar die slag werd gedaan (zie Regel 14.6):
  • Een andere persoon dan:
    • de speler; of
    • een persoon die de vlaggenstok bewaakt (Regel 13.2b(2) is van toepassing, niet deze Regel).
  • Een ander los obstakel dan:
    • de club die gebruikt is bij het doen van de slag;
    • een balmarker;
    • een stilliggende bal (zie Regel 11.1a of een strafslag van toepassing is bij strokeplay); of
    • de vlaggenstok (Regel 13.2b(2) is van toepassing, niet deze Regel).
  • Een dier dat niet ook valt onder de definitie van een los natuurlijk voorwerp (zoals een insect).
Als de speler de slag opnieuw doet maar hij doet dit van een verkeerde plaats, dan krijgt hij de algemene straf volgens Regel 14.7a. Als de speler de slag niet opnieuw doet krijgt hij de algemene straf en de slag telt, maar de speler heeft niet van een verkeerde plaats gespeeld. Zie Regel 25.4k (voor spelers die gebruikmaken van een mobiliteitshulpmiddel is Regel 11.1b(2) zo aangepast dat een bal die het mobiliteitshulpmiddel raakt wordt gespeeld zoals hij ligt).
11.2

Bal in beweging opzettelijk van richting veranderd of gestopt door een persoon

11.2a

Wanneer Regel 11.2 van toepassing is

Deze Regel is alleen van toepassing wanneer het bekend of praktisch zeker is dat een bal in beweging opzettelijk van richting is veranderd of gestopt door een persoon. Dit is wanneer:
  • een persoon opzettelijk de bal in beweging raakt; of
  • de bal in beweging uitrusting of enig ander voorwerp raakt (behalve een balmarker of een andere bal die stillag voordat de bal werd gespeeld of anderszins in beweging kwam) of enige persoon (zoals de caddie van de speler) die opzettelijk door de speler is neergezet of op die plek gelaten zodat de uitrusting, het voorwerp of de persoon de bal in beweging van richting zou kunnen veranderen of stoppen.
Uitzondering – Bal opzettelijk van richting veranderd of gestopt bij matchplay wanneer deze redelijkerwijs niet uitgeholed kan worden: Wanneer de bal van een tegenstander in beweging is en opzettelijk van richting wordt veranderd of gestopt terwijl deze redelijkerwijs niet meer uitgeholed kon worden en de handeling is gedaan om de volgende slag te geven, of wanneer de bal moest worden uitgeholed om de hole te halveren, is Regel 3.2a(1) of 3.2b(1) van toepassing, niet deze Regel. Voor het recht van de speler om een bal of balmarker op te laten nemen voordat een slag wordt gedaan, omdat de speler redelijkerwijs van mening is dat de bal of balmarker het spel zou kunnen helpen of hinderen, zie Regel 15.3.
11.2b

Wanneer een speler straf krijgt

  • Als een speler opzettelijk een bal in beweging van richting verandert of stopt krijgt hij de algemene straf.
  • Dit geldt ongeacht of het de bal van de speler zelf is of een bal van een tegenstander of een andere speler bij strokeplay.
Uitzondering – Bal beweegt in water: Een speler mag zonder straf zijn bal opnemen die beweegt in tijdelijk water of in water in een hindernis om de situatie te ontwijken volgens Regel 16.1 of 17 (zie Regel 10.1d Uitzondering 3). Zie Regel 22.2 (bij foursomes mogen beide partners handelen voor de partij en wordt een handeling van de partner aangemerkt als een handeling van de speler); 23.5 (bij four-ball mogen beide partners handelen voor de partij en wordt een handeling van de partner met betrekking tot de bal of uitrusting van de speler aangemerkt als een handeling van de speler).
11.2c

Plaats waarvan een bal die opzettelijk van richting is veranderd of gestopt gespeeld moet worden

Als het bekend of praktisch zeker is dat een bal in beweging opzettelijk van richting is veranderd of gestopt door een persoon (ongeacht of de bal gevonden is), mag hij niet worden gespeeld zoals hij ligt. In plaats daarvan moet de speler de situatie ontwijken: (1)Na een slag ergens op de baan behalve op de green. De speler moet de situatie ontwijken met als referentiepunt de bij benadering vastgestelde plek waar de bal terecht zou zijn gekomen als hij niet van richting was veranderd of gestopt:
  • Wanneer de bal ergens op de baan terecht zou zijn gekomen, behalve op de green. De speler moet de oorspronkelijke bal of een andere bal droppen in een dropzone met de volgende kenmerken (zie Regel 14.3):
    • Referentiepunt: De bij benadering vastgestelde plek waar de bal tot stilstand zou zijn gekomen.
    • Afmeting van de dropzone gemeten vanaf het referentiepunt: Eén clublengte, maar met de volgende beperkingen:
    • Beperkingen voor de plaats van de dropzone:
      • moet in hetzelfde gebied van de baan zijn als het referentiepunt; en
      • mag niet dichter bij de hole zijn dan het referentiepunt.
Uitzondering – De bal zou in de hindernis tot stilstand zijn gekomen: Als de bij benadering vastgestelde plek van de bal in de hindernis is, hoeft de speler het spel niet voort te zetten volgens deze Regel. Als alternatief mag de speler direct de hindernis ontwijken volgens Regel 17.1d, op basis van het bij benadering vastgestelde punt waar de bal het laatst de grens van de hindernis zou hebben gekruist.
  • Wanneer de bal op de green tot stilstand zou zijn gekomen. De speler moet de oorspronkelijke bal of een andere bal plaatsen op de bij benadering vastgestelde plek waar de bal tot stilstand zou zijn gekomen, met gebruik van de procedures om een bal terug te plaatsen volgens Regels 14.2b(2) en 14.2e.
  • Wanneer de bal buiten de baan tot stilstand zou zijn gekomen. De speler moet handelen volgens de procedure van slag en afstand in Regel 18.2.
Straf voor het spelen van een verkeerde plaats in overtreding van Regel 11.2c(1): algemene straf volgens Regel 14.7a. (2) Na een slag op de green. De speler moet de slag opnieuw doen door de oorspronkelijke bal of een andere bal te spelen van de plek waar die slag werd gedaan (zie Regel 14.6). Als de speler de slag opnieuw doet maar hij doet dit van een verkeerde plaats, dan krijgt hij de algemene straf volgens Regel 14.7a. Als de speler de slag niet opnieuw doet, krijgt hij de algemene straf en de slag telt, maar de speler heeft niet van een verkeerde plaats gespeeld.
11.3

Opzettelijk voorwerpen verplaatsen of omstandigheden veranderen om een bal in beweging te beïnvloeden

Wanneer een bal in beweging is, mag een speler niet opzettelijk een van de volgende handelingen verrichten om invloed uit te oefenen op de plaats waar die bal tot stilstand zou kunnen komen (ongeacht of het de bal van de speler zelf of van een andere speler is):
  • de fysieke omgeving veranderen door handelingen beschreven in Regel 8.1a (zoals het terugplaatsen van een plag of het platdrukken van een verhoogde graszode); of
  • opnemen of verwijderen van:
    • een los natuurlijk voorwerp (zie Regel 15.1a, Uitzondering 2); of
    • een los obstakel (zie Regel 15.2a, Uitzondering 2).
De speler overtreedt deze Regel door deze handelingen opzettelijk te verrichten, zelfs als deze handeling geen invloed heeft op waar de bal tot stilstand komt. Uitzondering – Verplaatsen van de vlaggenstok, stilliggende bal op de green of uitrusting van de speler: Deze Regel verbiedt het de speler niet om de volgende voorwerpen op te nemen of te verplaatsen:
  • een weggenomen vlaggenstok;
  • een stilliggende bal op de green (zie Regels 9.4, 9.5 en 14.1 of een straf van toepassing is); of
  • de uitrusting van enige speler (anders dan een stilliggende bal ergens op de baan behalve op de green of een balmarker ergens op de baan).
Het wegnemen van de vlaggenstok uit de hole (ook wanneer deze wordt bewaakt) terwijl een bal in beweging is valt onder Regel 13.2, niet deze Regel. Straf voor het verrichten van een handeling die niet is toegestaan volgens Regel 11.3: algemene straf. Zie Regel 22.2 (bij foursomes mogen beide partners handelen voor de partij en wordt een handeling van de partner aangemerkt als een handeling van de speler); 23.5 (bij four-ball mogen beide partners handelen voor de partij en wordt een handeling van de partner met betrekking tot de bal of uitrusting van de speler aangemerkt als een handeling van de speler).
MEER
Regel 1Het spel, gedragsnormen en de Regels
Doel van de Regel: Regel 1 introduceert de volgende grondbeginselen van het spel: Speel de baan zoals je hem aantreft en speel de bal zoals hij lig...
Lees meer